vrijdag 3 december 2010

Het offer

Jezus zei dat het noodzakelijk was om te offeren

Doch een ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is, want het is hem dwaasheid en hij kan het niet verstaan, omdat het slechts geestelijk te beoordelen is. (1 Kor 2:14)


Deel 3

Daarom komen er zoveel vragen en negatieve gedachten in het verstand van de mensen, wanneer wij in de kerk over het offer spreken. Velen zijn nog niet wedergeboren; zij zijn in de kerk, maar denken nog steeds als een vleselijke persoon en dus niet als een geestelijke. Het kwaad zaait het zaad van twijfels, zodat de persoon bang is om te offeren en daardoor niet de verwezenlijking van zijn dromen bereikt. Vaak inspireert satan een vriend, familielid of iemand die dichtbij de persoon staat, om twijfels, negatieve woorden of bespottingen te brengen, zodat hij de persoon tegenhoudt om de zegens van God in zijn leven te bereiken. De Here Jezus herkende onmiddellijk waar de stem vandaan kwam en bestrafte satan, zeggende: Ga weg, achter Mij, satan; gij zijt Mij een aanstoot! En toen zei Hij tegen Zijn discipelen, Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij. Want ieder, die zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar ieder, die zijn leven verloren heeft om Mijnentwil, die zal het vinden. Niemand is tot iets verplicht, niemand is verplicht om te offeren. De persoon moet het zelf willen en het hangt van de persoon zelf af. Het is zijn eigen geloof en zijn eigen beslissing, want noch God, noch de pastor is degene die beslist, maar de persoon zelf.

U dient bereid te zijn om uw leven te verliezen voor Jezus. Het is niet makkelijk. Voor de Here Jezus was het evenmin makkelijk. Het was kostbaar, pijnlijk, Zijn ziel was vermoeid tot de dood. Hij zou niet zingend, dansend en glimlachend offeren, nee! Hij kreunde, stond onder grote emotionele druk en offerde uit gehoorzaamheid aan de Vader in zulke mate, dat Hij in de tuin van Gethsemane diep gekweld was en Zijn zweet als bloeddruppels werden die op de grond vielen terwijl Hij bad: Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat deze beker Mij voorbijgaan; doch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt.

Het was niet makkelijk voor de Heer, maar juist pijnlijk, zeer moeilijk en iets wat Hij niet uit eigen wil zou doen. Maar Hij wist dat het noodzakelijk was en dat Hij niet gekomen was om Zijn eigen wil te doen, maar de wil van de Vader. Hij leed zowel fysieke als geestelijke pijn, omdat Hij voor het eerst in de geschiedenis van het universum gescheiden was van de Vader en de Heilige Geest.


Bisschop Paulo Roberto



Geen opmerkingen:

Een reactie posten