David en Salomo representeren twee types leven met betrekking tot het geloof. Terwijl de eerstgenoemde allerlei soorten levensgbedreigende tegenslagen trof, beschikte de ander over de voorrechten van de erfenis van zijn vader met het voordeel dat hij vrede gedurende zijn bewind.
Het beeld van David doet denken aan het praktiseren van het zuivere geloof. Het levende geloof in de Levende God. En juist vanwege dit type geloof werd hij beschouwd als een man van de oorlog.
Het aannemen van het bijbelse geloof, het geloof van de voorouders, vereist een houding dat in strijd is tegen deze wereld. Zodoende, komt er bij het begin van dit soort geloof oorlog.
Wanneer men het christelijke geloof omarmt dan is er geen manier om te accepteren dat het kwaade, het goede overwint. Hoe kunnen we in een God geloven die zo groot is en toch een ellendig leven leiden?
Net zoals de macht van God weigert het levende geloof zich te onderwerpen aan de tiranische heerschappij van de demonische overheden, machten, heersers en geestelijke krachten van het kwaad die zich hebben getoond in de maatschappij in de vorm van ziektes, ellende, hongersnood, schaamte, sociale onrechtvaaridgheid enz. Vanwege de afwijzing van het koninkrijk van het kwade, door het geloof, komen de vervolgingen naar de ware christenen.
Bijvoorbeeld, wanneer het levende geloof wordt aangenomen dan accepteert het nooit om een verbond te maken met deze wereld. Omdat in het levende geloof de Heilige Geest is ingevoegd. Hij is de Gever van de hemelse energie.
Denk niet dat Ik gekomen ben om vrede op aarde te brengen: Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. Jezus Christus
David was een man van de oorlog omdat hij van geoof was. En wie door het geloof leeft, leeft, in feite, van strijd naar strijd. Het is onmogelijk om door het geloof te leven en vrede te hebben met de wereld Het is hetzelfde als het licht willen combineren met de duisternis.
Het gehele traject van het leven van David werd gekenmerkt door interne en externe conflicten, gevolgd door overwinningen. Vanaf zijn jeugd als een herder, tot aan zijn dood kreunde David omwille van zijn vijanden. Hij boog, echter niet en heeft zich niet overgegeven en werd ook niet door hun verslagen. Het tegenovergestelde. Omdat God zijn geloof eerde op dezelfde manier dat hij God eerde met zijn geloof.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten