Het startpunt van de coach is om te geloven in zijn speler, in zijn potentieel.
Daarna identificeert hij zijn kracht en zwakheden.
Hij besluit wat hij moet doen met zijn kracht en vernietigd zijn zwakheden.
HIj is veeleisend, omdat hij weet dat elke speler een weerspiegeling is van de trainer.
Hij disciplineert met een stevige hand maar niet tot het punt dat hij kwetst, omdat hij de grenzen van de persoon kent.
Hij toont hoe het gedaan moet worden en voorziet in de vereiste instrumenten, zodat de klus geklaard kan worden.
Hij onderwijst.
Hij is een vriend maar geen maatje.
Hij helpt de persoon meer bereiken dan deze ooit op zichzelf zou kunnen doen.
Elke vader (en moeder) is een coach.
Elke leraar is een coach.
Elke baas is een coach
Elke pastor is een coach.
Elke leider is een coach.
U bent de coach – misschien niet voor een andere persoon, maar ten minste wel voor uzelf.
Wat voor coach bent u geweest?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten